ColumnMark Coenen
Als we in deze tijd één ding nodig hebben, is het grinniken
Mark Coenen is columnist.
Hij zoog de borst vol adem en stapte in bed. ‘Het is gezien,’ mompelde hij, ‘het is niet onopgemerkt gebleven’. Hij strekte zich uit en viel in een diepe slaap.” Zo eindigt De avonden van Gerard Reve, die toen nog Simon van het Reve heette.
Het iconische boek verscheen gisteren plots weer op mijn radar. Omdat Reve het boek liet beginnen op 22 december 1946, net 75 jaar geleden en omdat er in mijn vriendenkring mensen zijn die dat weten en mij prompt uitnodigden om ’s mans werk gezamenlijk te herlezen, één hoofdstuk per dag. Dan gaan we grinnikend het nieuwe jaar in, schreef Rick De Leeuw en als we in deze tijd één ding nodig hebben, is het grinniken dus ben ik er meteen aan begonnen.
De podcast Reve tot leven die Lieven Vandenhaute van Radio 1 over hem maakte, is nog niet beluisterd maar dat komt omdat ik nooit meer een half uur aan een stuk in de wagen zit, met al die ziektes tegenwoordig.
Nergens anders dan in de wagen luister ik naar podcasts en dan nog alleen als er op geen enkele radiozender iets fatsoenlijks te beluisteren valt, dus die kans is niet heel groot. En dan is er altijd Willy nog. In bad durf ik het niet, met al die elektrocuties met iPhones tegenwoordig. Schrik dat mijn dure oortjes nat worden: ook. Ik heb, dat zal u begrijpen, een heel zwaar leven.
“De avonden noteert aangrijpend de zinloosheid en de absurditeit van het leven”, meldt Anna Blaman streng vanop de achterflap: iets waar wij allen 75 jaar later elke dag mee te maken blijven hebben.
In deze digitale tijden in steeds grotere mate, zo lijkt het.
Of kan er mij iemand op aanschouwelijke wijze de échte waarde van het handelen in bitcoins uitleggen zonder dat mijn oogbollen op wereldreis gaan door mijn achterhoofd?
Snapt iemand het concept van een NFT, wat volgens Wikipedia “de koppeling (een soort eigendom) op een blockchain van een account aan een uniek (niet-uitwisselbaar) digitaal item via een smart contract” is en onder meer gebruikt wordt in de kunstwereld? Hoteldebotel word ik ervan.
Wat mij meteen tot de volgende vraag leidt: wil ik dat wel snappen, al die nieuwerwetse humbug van digitale criminelen met witte boord en vervuilende computers met enorm geheugen?
Gisteren bleek dat Clubhouse, een audioapplicatie die begin dit jaar zo heet was dat iedereen er zich aan verbrandde, haar pijlsnelle vaart richting vergetelheid heeft ingezet.
Ik zuig mijn borst vol adem: van trots deze keer, want dat had vader in februari al voorspeld in deze krant. “Kakofonie brengt blijkbaar geld op”, schreef ik toen, gevat als altijd.
Niet voor lang: nu staan de zalen van Clubhouse leeg, niemand gaat nog in gesprek, de bekende ratten hebben het schip al lang verlaten. Tot de volgende revolutionaire applicatie zich aandient, ongetwijfeld.
Tot dan lees ik Reve.
U toch ook?