ColumnMohamed Ouaamari
Hoe ik door een historisch sportmoment heb gesnurkt
Mohamed Ouaamari is auteur van Groetjes uit Vlaanderen. Zijn column verschijnt tweewekelijks.
Ik heb gevloekt zondagochtend. Ik was vroeg wakker om te gaan sporten, maar ik treuzelde aan de ontbijttafel, waar ik krantenkoppen las in mijn nieuwsapp: ‘Historisch brons voor Bashir Abdi’. Toen ik de beelden zag van deze unieke gebeurtenis, had ik mezelf voor de kop kunnen slaan. Ik zag hoe de Nederlander Abdi Nageeye, op 200 meter voor de finish, zijn eigen medaillekansen op het spel zette om zijn Belgische vriend aan te moedigen en voorbij de Keniaan Lawrence Cherono te loodsen. Op het moment dat Abdi en Nageeye na de finish in elkaars armen vielen, kwam ik tot het besef dat ik die bewuste nacht door een historisch en ontroerend sportmoment heb gesnurkt. Ik keek met tranen in mijn ogen naar de beelden en was stikjaloers op al die nachtbrakers die de boezemvrienden live samen over de finish hebben zien lopen.
Wat een prestatie, wat een innemende man is die Bashir Abdi. Ik weet nog hoe hij eerder dit jaar aan tafel zat in De afspraak en daarin vertelde dat zijn moeder hem op haar sterfbed vroeg om iets terug te doen voor België. Als dankbaarheid voor alles wat de maatschappij heeft gedaan voor het gezin.
Ik zat nog steeds aan de ontbijttafel met een vierkante chocoladekoek met pudding in mijn mond terwijl ik naar het interview keek met Abdi: “Ik wilde mijn nieuwe land altijd een medaille geven als dank”, zei Abdi in het fragment en vervulde zo de laatste wens van zijn moeder. Het is erg typisch en ook mooi dat migranten en vluchtelingen hun dankbaarheid willen tonen voor het land dat hen heeft opgevangen. Ons antwoord zou moeten zijn: “Geen dank jongen, jij bent ons evenveel verschuldigd als de Red Lions.”
Met deze medaille is geen schuld afgelost. Het is een beloning voor zijn eigen prestatie waar hij hard voor heeft gewerkt, net zoals alle andere Belgische olympische laureaten.
Abdi moest jaren dagelijks trainen (dus niet enkel op zondagochtend), letten op zijn voeding (aan zijn postuur te zien eet hij geen of weinig koffiekoeken) en zich mentaal tot het uiterste duwen om dit mooie resultaat te behalen.
Na het filmpje moest ik spontaan denken aan alle andere Bashir Abdi’s die hun land ontvluchten op zoek naar veiligheid, waardigheid en welvaart. Mensen die net zo goed grote opofferingen doen en ongeziene discipline voor de dag leggen. Hun leven riskeren terwijl zij hete woestijnen, woeste bergen en wilde zeeën doorkruisen. Met krampen in de benen en blaren op hun voeten, richten zij zich op de Europese grenzen als finishlijn. Daar worden ze verwelkomd met prikkeldraad en hekken of slopende en ingewikkelde procedures in plaats van medailles en brevetten. Waar is onze bewondering voor deze buitengewone levensverhalen? Of moeten zij hiervoor eerst een Belgische olympische plunje aantrekken?
Mensen als Bashir Abdi zijn ons niets verschuldigd. Wij hen wel.
Proficiat, Bashir. En neem uzelf een koffiekoek. Het is u gegund.