OpinieMohamed Abdulhakim
Hoe kunnen personen met een migratieachtergrond zich nog thuis voelen bij Vooruit?
Mohamed Abdulhakim, bestuurslid One Brussels-Vooruit in Stad Brussel en assistent psychiatrie UZ Brussel.
U weet vast nog wat Conner Rousseau zei in Humo. ‘Als ik door Molenbeek rijd, voel ik me ook niet in België.’ De veelbesproken uitspraak was louter geïnspireerd op wat hij ziet in Molenbeek, namelijk kleur op straat. Ze geeft personen met een migratieachtergrond indirect het gevoel dat het nooit voldoende zal zijn. Al spreek je alle drie de landstalen of behaal je een hoger diploma, je zal er nooit ‘Belgisch’ uitzien.
Toen ik twee jaar geleden lid werd van Vooruit dacht ik dat ik me aansloot bij een progressieve socialistische beweging. Ik had nooit verwacht dat men ‘allochtonen-bashen’ als electorale strategie zou gebruiken. De communicatielijn van Conner Rousseau geeft deze richting duidelijk aan.
Jammer genoeg wordt vergeten dat zo’n strategie zich niet in een vacuüm afspeelt. Met deze strategie stuurt men namelijk een niet mis te verstane boodschap naar mensen met een migratieachtergrond binnen en buiten de beweging: ‘Jullie horen er niet bij, jullie stem doet er niet toe voor ons.’ Ik betreur dan ook het stilzwijgen van het partijbestuur en de kopstukken. Met hun stilzwijgen scharen zij zich achter Conner. Het zou dan ook niet vreemd zijn dat buitenstaanders denken dat Conner de partij is.
Van een progressieve beweging verwacht ik dat ze me hier veilig en welkom doet voelen – zeker in een maatschappij waar extreemrechts aan een opmars bezig is. Dat de beweging ook een socialistisch programma heeft dat draait rond koopkracht en solidariteit geloof ik best, maar je energiefactuur wel kunnen betalen in een land waar je a priori niet welkom bent is een bittere troost. Ik vraag me af waar personen met een migratieachtergrond wel nog welkom zijn nu de socialistische beweging hen verstoten heeft? Of verandert Vooruit nog van koers?