RIP Toots
Hugo Camps: "Belgischer dan Toots bestaat niet"
Toen Toots in 2014 zijn mondharmonica aan de wilgen hing, nam columnist Hugo Camps afscheid van de grootste aller tijden. Lees zijn column hier opnieuw.
Ik mis het nu al, zijn hinnikend lachje, de guitige ogen, het brilmontuur, de dwarse snor. Dat volkomen vleesgeworden veelvoud van een lach en een traan. Belgischer dan Toots bestaat niet. Geen levende ziel is meer Brusselaar dan deze jazzlegende. Reeds vanuit de verte roept hij de geur op van bier en karakollen, van stoemp en worst.
Toots Thielemans: hart van een oude stad die niet meer bestaat.
Nu zelf onzichtbaar.Gelukkig is er televisie, want ik wil de maestro blijven zien. Bij zijn voornemen als 91-jarige niet meer publiek op te treden, valt amputatiepijn.
De ogen van Billie Holiday waren even onvergetelijk als haar stem. Wanhoop dubbelop. Claudio Abbado het Requiem van Verdi zien dirigeren, maakt muziek nog eeuwiger dan ze al was.
Zo ook Toots: zijn ongrijpbare genialiteit huivert pas door merg en been als je hem ziet blazen en zuigen op zijn 'broodje'.
Toen Miles Davis strelend uitriep: "Oh, he is really Caucasian" sneerde Charlie Parker: "Leave my boy alone."Alone.
Hij zal het nog moeten leren, de alom beminde en bewonderde volksmens Toots Thielemans. Was hij niet organisch verbonden met zijn miljoenenfans?
Toen ik hem eens de Brabançonne op zijn mondharmonica zag spelen, dacht ik: er is tóch een land.
Dat denk ik nooit bij cd's.