ColumnMaud Vanhauwaert
Kennelijk vond ook het spoedpersoneel mijn probleem te verwaarlozen
Maud Vanhauwaert is columnist.
Met een klein boboke belandde ik ’s avonds laat op de spoeddienst van een Frans provinciestadje. Ik zat in de wachtzaal, naast een man met bloedend hoofd en een vervaarlijk kreunende vrouw. Om de zoveel tijd werd iemand binnengereden op een brancard.
Ik voelde me wat gegeneerd, want ja, ik zat daar maar met mijn boboke. Kennelijk vond ook het spoedpersoneel mijn probleem te verwaarlozen, want ik werd pas na twee uur geholpen.
Men verwees mij door naar een andere afdeling van het gebouw. Het was al donker en ik verdwaalde in een doolhof van lange gangen.
Niets zo troosteloos als de donkere gangen van een ziekenhuis in een Frans provinciestadje. Ik verzwikte mijn enkel, botste met mijn hoofd tegen een glazen raam, bleef haperen aan de haak van een infuuspaal. Kortom: ik verzamelde de ene bobo na de andere.
Tegen de tijd dat het ochtend werd, was ik klaar om opgenomen te worden.