OpinieAyoub El Azzaoui
Schietpartijen in Molenbeek en Brussel? We moeten de weg opgaan van het realisme
Ayoub El Azzaoui is lid van Jong Vld Brussel.
Zijn de schietpartijen van de voorbije maanden in Brussel meer dan faits divers? Je leest een stuk in de krant na het zoveelste schietincident, maar weinigen die er echt om malen. De politiek heeft amper een oplossing en verschuift het probleem van lokaal niveau naar nationaal niveau, om wederom in de vergetelheid te belanden.
Tot het volgende schot gelost wordt.
De slachtoffers zijn bijna allemaal te linken aan het drugsmilieu. Voor een boek dat ik schrijf over identiteit en opgroeien in Brussel, waarin Molenbeek een hoofdstuk krijgt, kon ik een slachtoffer van een van de schietpartijen bevragen. “Er heerst inderdaad een machtsstrijd in de hoofdstad”, vertelde hij me. “De bendes noemen zichzelf geen bendes. De afrekeningen zien zij als waarschuwingen, niet als territoriumafbakening.” Jongens die net geen 18 jaar oud zijn of die reeds gekend zijn voor meerdere feiten, willen zich al te graag tonen in een alsmaar veranderend drugsmilieu.
Het zijn jongeren zonder enig moreel kompas. Ze opereren volledig afgezonderd van de echte wereld. Ze zijn ook banger van een rivaliserende bende dan voor de politie. Dat is ook te merken doordat de schietpartijen soms op een boogscheut van een politiekantoor plaatsvinden – wat de daders dus niet afschrikt. Preventie heeft helaas geen vat meer op hen, naschoolse programma’s nog minder.
Het is geen Molenbeeks maar een Brussels fenomeen. Toch is het niet onwaar dat er zich in Molenbeek het meeste hebben plaatsgevonden dit jaar. Het is ook de gemakkelijke toegang tot vuurwapens die ervoor zorgen dat sommigen graag cowboy spelen.
Aan de Papenvest in Brussel-stad voelt de plaatselijke bevolking allang de gevolgen van wat drugsbendes kunnen veroorzaken: ’s nachts opgeschrikt worden door een schietpartij, ’s anderdaags een kogel vinden op straat, drugs die verstopt zitten in de speeltuin waar ouders met hun kinderen gaan spelen en noem maar op.
Daders en slachtoffers in dit milieu hebben heterogene profielen. Sommigen, heb ik gemerkt, willen niet weg uit het milieu. Eens ze geproefd hebben van het makkelijk te verdienen geld, lijkt niets hen te kunnen overtuigen om hun illegale activiteiten stop te zetten. Integendeel, men wil alleen maar meer. Het zijn meestal de verkopers die lager op de criminele ladder staan, die het moeten ontgelden. Verkopers die vaak minderjarig zijn en die voor een uitkijkshift van 6 uur 100 euro of meer krijgen. Vertel me welke studentenjob even goed betaalt?
Oplossingen zijn complex. Preventie zou een stukje kunnen helpen, voor hen die toch tot het besef komen dat dat wereldje in the end alleen verderf brengt. Eind jaren 90 was meer dan de helft van de gedetineerden in Portugal vervolgd wegens druggerelateerde feiten. In 2000 besloot de Portugese regering om drugs en druggebruikers te decriminaliseren. Dat beleid heeft zijn vruchten afgeworpen: het aantal druggerelateerde gedetineerden is daardoor massaal afgenomen.
Ik ben er van overtuigd dat we deze weg van de decriminalisering, en op termijn zelfs strikte legalisering moeten gaan: de weg van het realisme.