Anton Geesink: 'Topsporters vooraan in strijd tegen doping'
Het gebeurt niet vaak, maar soms kan een melig idee beter zijn dan op het eerste gezicht lijkt. Anton Geesink, voormalig olympisch kampioen judo (1964) lanceert een pleidooi om topsporters een vooraanstande plaats, zo niet een hoofdrol te geven in de strijd tegen doping.
Geesink ziet vijf manieren om de dopingbestrijding effectief te maken: door de atleet zelf, door de leidinggevende persoon, door internationale federaties, nationale olympische comités en organisaties, door de overheid, door sociale controle. Hij schreef dat voorstel in een brief aan Juan-Antonio Samaranch, de voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité (IOC): "Schrijf alle topsporters in de wereld een persoonlijke brief en vraag hen als sportvriend om hulp." Immers, "de maatregelen die nu genomen zijn, komen zonder uitzondering van bovenaf. Alles wat niet mag, wordt gebiedend opgelegd. Er zijn nu eenmaal weinig landen in de wereld waar atleten respect hebben voor bestuurders. Wanneer een sporter zegt: 'ik help mee', zal hij wellicht niet meer gebruiken en ontstaat er ook een sociale controle."
Evident, maar tot dusver nog zo weinig in de praktijk gebracht. In de Ronde van Frankrijk profileerden toprenners als Laurent Jalabert zich vooral als verdedigers van de doofpotoperatie, het 'blijf van ons lijf', niét van de actieve en consequente strijd tegen doping. Bij nader inzien is er tot dusver nog niet één grote belangrijke wielervedette die zich ooit openlijk, radicaal en ondubbelzinnig tégen doping heeft uitgesproken. Het bestaan alleen van zo'n antidopingvedette zou een teken aan de wand zijn dat er inderdaad iets verandert op het terrein.
(Foto Epa)