Argentinië ‘vindt’ plots 3.500 coronadoden
Er zijn tot nu toe zeker 3.500 meer coronadoden gevallen in Argentinië dan tot nu toe werd aangenomen. Dat heeft het bestuur van de provincie Buenos Aires, waar de 'nieuwe’ slachtoffers werden geregistreerd, op vrijdagavond bekendgemaakt.
Uit de nieuwe telling blijkt dat in de provincie van 17 miljoen inwoners al 12.566 coronapatiënten overleden in plaats van 8.983. De nieuwe dodentol is tot stand gekomen door het kruisen van gegevens uit verschillende provinciale registers die ieder een deel van de overlijdens in de boeken hadden staan. Door aparte administraties van private, gemeentelijke en provinciale ziekenhuizen waren naar verluidt niet alle overlijdens bij het provinciale bestuur bekend.
De aankondiging komt enkele dagen nadat media constateerden dat het aantal overlijdens wel zeer snel toenam in de grootste provincie van Argentinië, terwijl het gemiddeld aantal nieuwe infecties in het gebied juist afnam. Nu blijkt dus dat de provincie een administratieve inhaalslag aan het maken was. Het gaat om nog niet bekende overlijdens van soms enkele maanden geleden.
“De vertraging bij het verwerken van deze gegevens is een wereldwijd probleem, niet alleen hier (in Argentinië, red.)”, aldus de provinciale minister van Gezondheid Daniel Gollán. “Het aantal overlijdens is een belangrijk gegeven om te evalueren hoe we er voorstaan. Het zou zomaar kunnen zijn dat wanneer de pandemie haar laatste slachtoffer eist, we daarna nog steeds doden aan het tellen zijn. Dat zou een vertekend beeld geven”.
Opzet
De provinciale regering krijgt flinke kritiek van de oppositiepartijen, die zich afvragen waarom de provincie pas een half jaar na het uitbreken van de pandemie de telling tegen het licht heeft gehouden. De meest vocale critici stellen zelfs dat er sprake is geweest van opzet: door de afgelopen maanden een kunstmatig laag aantal doden te communiceren, kon de provincie - die door dezelfde partij wordt bestuurd als de nationale regering - goede sier maken. Ondertussen kreeg hoofdstad Buenos Aires, dat geen onderdeel is van de provincie en door de oppositie wordt bestuurd, er juist van langs vanwege een zogenaamd ‘falend’ coronabeleid.
Ondanks een vroege lockdown in de regio Buenos Aires, een mondmaskerplicht in de openbare ruimte en verregaande social distancingmaatregelen, wordt Argentinië zwaar getroffen door het nieuwe coronavirus. In totaal raakten tot en met vrijdag al bijna 700.000 inwoners besmet met het virus en vielen 18.791 doden. Wat opvalt is dat inmiddels meer dan de helft van de nieuwe infecties en overlijdens plaatsvindt buiten het stedelijk gebied van hoofdstad en provincie Buenos Aires. De nieuwe coronabrandhaarden bevinden zich vooral in de steden in het binnenland.
Economische crisis
De pandemie heeft het land daarnaast in een nieuwe economische crisis gestort. Afgelopen week maakte het Argentijnse bureau voor de statistiek Indec bekend dat de nationale economie in het tweede kwartaal met bijna 20 procent is gekrompen ten opzichte van het tweede kwartaal in 2019.
In dezelfde periode raakten zeker 3 miljoen mensen hun baan kwijt, waardoor analisten schatten dat momenteel 40 procent van de Argentijnen in armoede leeft. Voor werklozen en de lagere inkomens heeft de regering daarom een speciale corona-uitkering in het leven geroepen, van omgerekend 135 euro per maand. Dat is echter allesbehalve toereikend. Rond de grotere steden verrijzen nu in rap tempo nieuwe sloppenwijken. Wanhopige Argentijnen bezetten kleine stukjes land waarop zij met bijeengesprokkelde materialen een onderkomen bouwen.
Omdat het Zuid-Amerikaanse land niet kredietwaardig is, kan het echter geen geld lenen om de coronamaatregelen te betalen. Daarom drukt het land het benodigde geld bij, wat tot hoge inflatie leidt: de nationale munt, de Argentijnse peso, verloor in 2020 ruim 30 procent van haar waarde ten opzichte van de euro. Ondertussen stegen de kosten van het levensonderhoud de afgelopen twaalf maanden met maar liefst 40 procent.