Bijdrage voor bescherming spaargeld rechtstreeks naar begroting
De federale overheid zal volgens minister van Financiën Koen Geens (CD&V) ook in de toekomst de bijdragen van de bankensector voor het beschermen van spaargeld aanwenden voor de begroting. De bankensector heeft de voorbije jaren 3,2 miljard euro betaald om spaargeld tot 100.000 euro te garanderen en probleembanken op te doeken. Wie denkt dat het geld veilig in de daartoe voorziene fondsen zit, vergist zich. De overheid steekt de centen simpelweg in haar begroting. Volgens Geens is er daar niks mis mee. "Het geld is niet verloren voor de financiële instellingen", zegt hij. Geens belooft wel om één en ander beter te regelen in het tweede deel van de bankenwet, dat in voorbereiding is.
Het geld dat de banken stortten , zal in de toekomst via de begroting ter beschikking worden gesteld voor eventuele interventie door twee nieuwe begrotingsfondsen.
De manier van werken van de overheid is omstreden. "Als de overheid zegt reservefondsen op te bouwen, is het geen goed signaal om het geld in de begroting te storten", zegt Econopolis-econoom Geert Noels.
Minister van Economie Johan Vande Lanotte (sp.a) vindt dat echter niet meer dan logisch. "Er bestond destijds een depositofonds van om en bij een miljard euro, maar toen kwam de bankencrisis. De staat moest miljarden betalen voor de redding van de banken, het is toch de logica zelve dat de regering dat fonds daarvoor gebruikt heeft", zegt hij.
"Het belangrijkste is dat de spaarder weet dat de overheid klaarstaat om hem te beschermen", stelt woordvoerder Bob De Leersnyder van Febelfin, de spreekbuis van de bankensector. "Of dat geld nu in een apart potje steekt, dan wel in de begroting is opgenomen, doet minder ter zake."