Een outsider en een funkvamp
Op verkenning gaan en grenzen aftasten is eigen aan het Sfinks Festival. Ook voor het Festa do Brasil werd die leidraad gevolgd. Vrijdag kregen de pakweg vierduizend festivalgangers dus geen voor de hand liggende namen voorgeschoteld, wel twee artiesten die de musica populár brasileira een nieuwe wending geven, weg van samba, bossanova en tropicalismo.
Zeca Baleiro mocht de avond openen en de veelzijdige outsider van de Braziliaanse muziek koos meteen voor een stevige rockende aanpak. Liefhebbers van exotiek reageerden teleurgesteld en puristen haalden de neus op, maar de overgrote meerderheid van het publiek lustte dat wel. Een fraaie selectie songs werd ondersteund door een zeskoppige groep van jonge muzikanten die van meet af aan voor een strak tempo zorgden. In de muziek smolten de ritmen van de grootstad en de tradities uit het Braziliaanse binnenland op een vanzelfsprekende manier samen.
De tengere zanger koos voor een bloemlezing uit zijn drie cd's met als hoogtepunten het popgetinte 'Quase Nada', de Afro-Braziliaanse reggae 'Mamae Oxum' en de alternatieve samba 'Pagode Russo', dat alles in een nauwsluitend rockjasje. Tussendoor vielen nog enkele fraaie ballades op, met Zeca op gitaar. Het concert had vaart en het publiek reageerde enthousiast, meteen goed voor een set bisnummers.
Missie geslaagd voor Zeca Baleiro, die de fakkel doorgaf aan de funkvamp Fernanda Abreu. In strak zittend leer gehuld bracht zij met haar goed geoliede begeleidingsgroep een aanstekelijke show, die volledig in het teken stond van lekker dansbare Braziliaanse funk. Abreu begon sterk met een stel aardige songs die zich vasthaakten in het geheugen. Jammer genoeg leek de set daarna in elkaar te zakken als gevolg van middelmatige nummers en flauwe publieksspelletjes. Niettemin was de sfeer in de inmiddels aardig volgelopen danstent opperbest. Het Festa do Brasil had dus zijn doel bereikt. (CD)