FBI waarschuwde voor ‘oorlog’ bij Capitool, maar melding bereikte politietop niet

Voor het eerst sinds de bestorming bogen parlementscommissies zich dinsdag over de gebeurtenissen van 6 januari. Belangrijke functionarissen die verantwoordelijk waren voor de beveiliging van het parlement worden onder andere gehoord door de Senaat.

De waarschuwing kwam van een FBI-kantoor in Virginia. In het rapport werd gewezen op dreigementen op social media over ‘oorlog’ tijdens de demonstratie van Trump-aanhangers tegen de verkiezingsuitslag. Het FBI-bulletin werd in de avond voor de bestorming per mail verstuurd naar onder andere de politie van het Capitool en van Washington. Het bericht zou nooit de hoogste bazen van de twee politiekorpsen hebben bereikt.

Hoog niveau

“Geen van de inlichtingen die we ontvingen, voorspelde wat werkelijk heeft plaatsgevonden”, verklaarde de toenmalige baas van de Capitool-politie, Steven Sund, op de hoorzitting. “We hadden gepland voor een massademonstratie met mogelijk geweld. We werden geconfronteerd met een gecoördineerde aanval op mijn agenten en een gewelddadige overname van het Capitool.”

Ook de twee personen verantwoordelijk voor de veiligheid in de Senaat en het Huis van Afgevaardigden moesten bekennen dat ze de waarschuwing nooit hadden gezien. Dit drietal stapte op in de dagen erna. De korpsleider van de politie van Washington, Robert Contee, zei dat topfunctionarissen van de FBI hem er ook niet op wezen tijdens vergaderingen.

Schuld afschuiven

Volgens de FBI werd het besproken op de commandopost die een dag eerder was opgezet en waarin ook de politie van het Capitool zat. Senatoren vroegen zich af waarom de FBI toen niet op hoog niveau aan de bel trok. De Democratische senator Gary Peters, voorzitter van de commissie voor Binnenlandse Veiligheid, hekelde ook het feit dat ondergeschikten van Sund hem niet hadden gewaarschuwd. “Hoe kon u deze belangrijke inlichtingen niet krijgen?”, vroeg hij.

Sund vond dat hem niets te verwijten viel. Omdat ze niet op het hoogste niveau de informatie hadden gekregen van de federale diensten, betoogden ze, waren ze onvoorbereid.

Hij wees ook naar het ministerie van Defensie: het Pentagon zou urenlang gewacht hebben met het sturen van de Nationale Garde. De betogers waren toen al tot het Capitool doorgedrongen. Volgens hem zei een hoge Pentagon-functionaris, generaal Walter Platt, tijdens een spoedvergadering dat hij zijn bazen zou adviseren de garde niet in te zetten. De generaal maakte zich zorgen hoe het zou overkomen als gewapende militairen te hulp kwamen bij het parlement.