Militairen ontstemd over zwembadpolemiek
'Met bemodderde kleding het zwembad van Oostende in springen kunnen we ons niet permitteren. Zeker niet als er mensen bij zijn'
Middelkerke
Eigen berichtgeving
Het verhaal van volksvertegenwoordiger en Oostends gemeenteraadslid Bart Tommelein (VLD) over zwemmende militairen van de kazerne van Lombardsijde is daar in het verkeerde keelgat geschoten.
Tommelein klaagde eerder dat enkele militairen, para's, volgens schepen van Sport Nancy Bourgoignie (SP.A), met vuile kleren en geoliede wapens in het Oostendse zwembad zouden komen trainen tussen andere badgasten. Daarvoor baseerde de politicus zich op klachten van een zwemmer.
Die uitspraken zijn slecht overgekomen op de basis van Lombardsijde. Zo gaat het niet om para's zoals werd gesteld. "Het zijn gewoon militairen die naar het zwembad komen om hun basistraining te doen. Het betreft dan fysieke proeven", zegt korpsadjudant Roland Mylle.
Mylle is verantwoordelijk voor de tucht en netheid van de militairen binnen en buiten de kazerne. Juist daarom stoort het hem zeer dat er over de zwemmende militairen gezegd is dat ze met bemodderde kleding in het water sprongen. "Dat kunnen we ons helemaal niet permitteren. Zeker niet als er mensen bij zijn. Die kleding is schoon en wordt voor niets anders gebruikt."
Daarnaast zijn het geen hele bataljons die naar het zwembad komen, zoals een klagende badgast stelde. "Die kunnen nooit in dat zwembad. Een bataljon telt namelijk wel 800 man", aldus Mylle.
Bovendien had de boze badgast andere stappen kunnen ondernemen in plaats van meteen zijn beklag te doen bij politici, vindt de korpsadjudant. "Hij kon toch naar een redder stappen als hij klachten had?"
Mylle is van plan de gemeenteraad aan te spreken over de kwestie. "Het zijn altijd de para's die het gedaan hebben. Mijn eenheid wordt door het slijk gehaald en dat pik ik niet."
Eerder namen schepen Bourgoignie en zwembadbeheerder Daniël Bossier al afstand van de klacht van Tommelein. Ook zij beklemtoonden dat de militairen voor hun oefening schone kleding droegen en een rubberen of plastic wapen. Daarnaast was er volgens hen geen sprake van enig machtsvertoon. (TS)