Nederlandse schrijvers spreken schande van bezuinigingen
Een aantal vooraanstaande Nederlandse schrijvers luchten in een speciale krant hun verontwaardiging over de manier waarop Nederlandse politici kunst en kunstenaars de laatste tijd inperken. In het pamflet Het is een schande, een initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Letterkundigen, zijn talloze getuigenissen van schrijvers, vertalers en andere literatoren verzameld. Ze nemen vooral Geert Wilders en de cultuurpolitiek van het kabinet-Rutte op de korrel.
“Wij willen het niet hebben over geld, wij zullen het hebben over waarde”, zo begint het pamflet. Renate Dorrestein schrijft: “Literatuur is geen ‘linkse hobby’ of ‘elitekunst’. Literatuur laat ons zien wat het betekent om mens te zijn, en ook hoe moeilijk het is om een fatsoenlijk mens te blijven als de omstandigheden onfatsoenlijk worden.” Mensje van Keulen noteert fel: “Een regering die zich van kunstenaars afkeert, riskeert een barbaars land.”
Imbecielen
Dichteres en toneelschrijfster Judith Herzberg vult aan: “Beste Henk en Ingrid, er wordt over jullie gepraat en geschreven alsof jullie halve imbecielen zijn. Alsof jullie geen smaak hebben voor het goede en interessante of voor het verfijnde. Dat vind ik beledigend.” Henk en Ingrid is de populistische term die PVV-politicus Geert Wilders hanteert om de modale Telegraaf-lezende Nederlander aan te spreken.
Culinaire coryfee Johannes van Dam moeit zich ook in de debatten: “Kunst is een van de basisbenodigdheden van het leven en noodzakelijk voor de kwaliteit daarvan. Entertainment is op zijn best een verdovingsmiddel, opium van het volk. Speculeren op de verkoopbaarheid van entertainment ter vervanging van het noodzakelijke steunen van kunst is als drugs verkopen op het schoolplein.”
In het vlugschrift wordt ook een citaat aangehaald van Churchill: “Toen Winston Churchill ten tijde van WO II werd gevraagd te bezuinigen op de kunst vanwege de huizenhoge oorlogsuitgaven, was zijn antwoord: ‘Maar waar vechten wij dan nog voor?’” (DL)