ANTWERPEN
Sp.a wil duurzamer afvalverwerkingsplan voor Antwerpen
In Antwerpen heeft sp.a een oproep gelanceerd om de uitbreiding van en de nieuwe milieuvergunning voor de verbrandingsoven van intercommunale ISVAG niet zomaar groen licht te geven. De partij heeft enkele mogelijke alternatieven klaar, ook voor de GFT-vergistingsintallatie van IGEAN in Brecht en de uitdovende stortplaats Hooge Maey in het havengebied, die zouden kunnen leiden tot een nieuw Antwerps afvalverwerkingsplan dat meer kadert in het concept van circulaire economie.
In 2020 loopt de huidige milieuvergunning van de ISVAG-oven in Wilrijk af, maar ISVAG zelf wil graag doorgaan op dezelfde site met een uitgebreide installatie De nieuwe oven zou een van de "properste" in zijn soort worden en met restwarmte ook bedrijven in de omgeving van energie kunnen voorzien, maar dat is voor sp.a ruim onvoldoende.
"De nieuwe oven zou ruim de helft meer afval verwerken, veel meer dan alle ISVAG-venoten vandaag inzamelen", zegt gemeenteraadslid Toon Wassenberg. "De restwarmte die op het nabije bedrijventerrein gebruikt kan worden is ook minimaal. Bovendien kan het afval er enkel over de weg aangevoerd worden. Een locatie in bijvoorbeeld havengebied, dichtbij water en spoor, zou op die vlakken beter scoren."
Sp.a denkt echter verder en vraagt een studie naar de meest recente buitenlandse afvalverwerkingstechnologieën die een alternatief kunnen vormen voor een 'gewone' verbrandingsoven. De partij denkt onder meer aan het omzetten van de biologische restfractie in huishoudelijk afval naar biogas of aan het verkrijgen van ethanol en methanol - wat kan gebruikt worden als brandstof - via vergassing van afval. Alle sorteer- en verwerkingsinstallaties zouden dan bij voorkeur op één site gebundeld worden voor maximale grondstof- en energierecuperatie, klinkt het. Volgens sp.a moet ook nagedacht worden over de zin en onzin van het afzonderlijk voortbestaan van de afvalintercommunales ISVAG, IGEAN en Hooge Maey, die vandaag "vasthouden aan hun eigen technologieën omdat ze die het best kennen".