Wie demonstreert er in Hongkong?
De kracht van het protest dat afgelopen weekend in Hongkong oplaaide, heeft vriend en vijand verrast. De tienduizenden aanhangers van de Occupy Central-beweging schuwden de confrontatie met de oproerpolitie niet. Onder hen vooral veel studenten, maar ook jonge gezinnen en gepensioneerden konden op straat worden gezien. De vaak gehoorde verwachting dat de beweging na de voorbije zomer vol protesten over haar hoogtepunt heen zou zijn, is niet bewaarheid geworden.
De beweging ontstond begin 2013, toen hoogleraar rechten Benny Tai opriep tot 'burgerlijke ongehoorzaamheid' vanwege de Chinese plannen die in zijn ogen tot een 'nepdemocratie' zouden leiden. Speerpunt zou het geweldloos bezetten van het zakencentrum Central van de 7 miljoen inwoners tellende stad moeten worden.
Het verzet laaide dit jaar op nadat Peking een beleidsdocument had geproduceerd waarin van de autonomie van Hongkong weinig meer overbleef. Ook de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht werd daarin aangetast. Occupy Central en andere pro-democratieclubs kregen daarop honderdduizenden demonstranten van allerlei pluimage de straat op, want het gevoel onafhankelijk van China te willen zijn en blijven, zit diep bij een aanzienlijk deel van de bevolking. De door de autoriteiten georganiseerde tegenprotesten zagen er magertjes uit vergeleken met die massabetogingen.
Toen Peking zijn plannen onverkort doorzette, leek zich een zekere moedeloosheid van de protestbeweging meester te maken. Tot dit weekend het protest weer in alle hevigheid ontvlamde.