NieuwsWielrennen
Vanmarcke en Stuyven sneuvelen op drie kilometer van de streep
Het vlakke parcours was geen cadeau, de koers was een kilometer of vijftig te kort en de sprintersploegen gunden hen geen vrijheid, en toch waren Jasper Stuyven (30) en Sep Vanmarcke (33) de grote smaakmakers van het BK.
Vanmarcke (61ste) vatte het zo samen: enkel de wind was een bondgenoot, voor de rest was het BK in Middelkerke niet zijn ding. “Maar ik heb er het beste van proberen maken”, zei hij. “Ik wist dat ik maar een heel kleine kansje had, maar ik wilde er wel vol voor gaan.”
En dat deed hij. Verrassend, want na een mislukt voorjaar - waarin hij en zijn ploeg achtervolgd werden door pech en ziekte - kwam ook de tweede helft van zijn seizoen moeilijk op gang. Na een stage in mei kreeg Vanmarcke corona. Op het BK was hij voor het eerst top. “Ik moest gewoon geduld hebben. Ik had heel goed getraind: ik wist dat die conditie niet weg kon zijn.”
Vanmarcke sloot op het BK een natuurlijk bondgenootschap met Stuyven. Eerst zaten ze samen in de ruime kopgroep, in de finale gingen ze door met twee. “We hebben één woord gewisseld: ‘vol’. Toen Evenepoel kwam aansluiten, was het over. Hij trok meteen door. Zo deed hij ons eigenlijk dood.”
Vanmarcke verliet het BK met een mix van emoties. “Ik denk niet dat ik ergens een fout heb gemaakt. Dus ik kan fier zijn op mezelf, ook al ben ik ontgoocheld, want tot een paar kilometer voor het einde reed ik voor de titel.”
“Ik ben ontgoocheld, maar ik ga met een goed gevoel naar de Tour. Mijn conditie is duidelijk goed.” Jasper Stuyven (62ste) had niet lang nodig om het BK een plaats te geven. “Op wie of wat zou ik boos moeten zijn?”, vroeg hij zich af. “Ik kan mezelf niks verwijten: ik denk niet dat ik veel dingen anders had kunnen doen.”
Wat voor Vanmarcke gold, ging ook voor hem op: het parcours was niet selectief genoeg en te veel ploegen wilden een sprint. Nochtans geloofde Stuyven er echt in onderweg. Nog niet toen hij met een groep van elf voorop geraakte. “De samenwerking was niet zo goed”, legde hij uit. “Tim Declercq was de eerste die niet meewerkte. Zoiets werkt besmettelijk: als de één niet vol meerijdt, doet de ander dat ook niet meer.”
Pieter Serry, ploegmaat van Declercq bij QuickStep, werkte ook niet vol mee. Florian Vermeersch evenmin. Philipsen ook niet aan honderd procent. En dus probeerde Stuyven het maar in zijn eentje. “Ik was blij dat het Sep was die kwam aansluiten”, zei hij. “Hij ging er wel vol voor. Helaas was het peloton nooit veraf.”