NieuwsWetenschap
DNA-onderzoek onthult geheimen over inwoners Pompeii: ‘Man kon niet vluchten wegens tbc’
Wetenschappers hebben nieuwe ‘genetische geheimen’ onthuld na onderzoek van de stoffelijke resten van inwoners van de Romeinse stad Pompeii, die in 79 na Christus met as werd bedekt na de uitbarsting van de Vesuvius.
Het gaat meer bepaald om het DNA uit de beenderen van een man en een vrouw, die reeds in 1933 werden opgegraven. Het is de eerste keer dat een volledige reeks genetisch materiaal, of een ‘genoom’, van een Pompeijaan wordt ontcijferd. Daarmee hebben de wetenschappers een mysterie van maar liefst 90 jaar kunnen oplossen. Zo blijkt nu dat de twee slachtoffers niet probeerden te vluchten tijdens de uitbarsting omdat de man daarvoor te ziek was.
De resultaten van de studie zijn gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Scientific Reports. Onderzoekers vonden de lichamen van de man en de vrouw 90 jaar geleden terug, in wat archeologen het ‘Casa del Fabbro’ (of het ‘Huis van de Smid’) noemen. De twee lagen in de hoek van de eetkamer en waren dus mogelijk aan het lunchen toen de vulkaan op 24 augustus in 79 na Christus uitbarstte. Een studie toonde eerder al aan dat de aswolken die ontstonden als gevolg van de uitbarsting de inwoners van Pompeii in minder dan twintig minuten fataal konden worden.
Volgens antropologe Serena Viva van de Universiteit van Salento ondernamen de man en vrouw geen poging om te ontkomen. “Uit de positie van hun lichamen kunnen we concluderen dat ze niet aan het vluchten waren”, iets waarbij archeologen zich tot nu toe veel vragen stelden. “De oorzaak daarvoor kan gezocht worden in hun gezondheidstoestand”, zo bevestigt de nieuwe studie nu.
Tuberculose
Aangezien de botten van de twee slachtoffers enorm goed bewaard zijn gebleven, konden de onderzoekers aan de hand van de nieuwste technologie heel wat interessante informatie uit “een erg kleine hoeveelheid beenderpoeder” halen, zo legt professor Gabriele Scorrano van de Universiteit van Kopenhagen uit. Dat poeder werd gemaakt uit een stukje van de schedel van de man, die 35 à 40 jaar zou zijn geweest, en daaruit werd het DNA vervolgens door een machine “gelezen”.
De wetenschappers vonden uiteindelijk sporen terug van een bacterie die tuberculose veroorzaakt. Uit grondig onderzoek bleek meer bepaald dat de Romein aan werveltuberculose leed, een ernstige vorm van de ziekte die de ruggenwervels aantast. Waarschijnlijk was hij dus te ziek om te vluchten toen het noodlot toesloeg en de vulkaan uitbarstte.
‘Een schat’
Het onderzoek toonde voorts aan dat de man genetische kenmerken deelde met andere personen die in Italië leefden tijdens de Romeinse keizertijd. Daarnaast hij had een groep genen die veel voorkwam bij mensen van het eiland Sardinië, wat suggereert dat er in die tijd sprake was van een grote genetische diversiteit op het Italiaanse schiereiland.
Volgens professor Viva is elke restant uit Pompeii “een schat”. “Deze mensen zijn stille getuigen van een van de meest bekende historische gebeurtenissen in de wereld,” zei ze. “Met hen werken is zeer emotioneel en een groot voorrecht voor mij.”
Ook professor Scorrano benadrukt dat er aan de hand van genetisch materiaal uit de Romeinse stad nog veel meer te leren valt. “Pompeii is als een foto van 79 na Christus, van de populatie uit die tijd. Dat is een unicum in de wereld. We hebben een nieuwe mogelijkheid gecreëerd voor mensen om deze populatie te onderzoeken”, klinkt het. Pompeii telde in totaal zo’n 20.000 inwoners. Vandaag is de bedolven stad UNESCO werelderfgoed.