ColumnDe schaal van Mulders
Glanskop, dodaars en graspieper, kom maar op. Mijn app heeft een mysterieuze ‘vogelvriendelijke modus’
Jean-Paul Mulders onderzoekt alles wat u bij de hersenkwabben kan grijpen.
Van alle apps om vogelgeluiden te determineren, koos ik die met de naam TjilpOMatic. Ik heb weinig principes in het leven, maar één ervan is: ga voor het leukste woord in geval van twijfel.
Al enkele ochtenden hoor ik vanuit mijn bed de eentonige vogel. Ik noem hem zo, hoewel zijn roep strikt genomen tweetonig is. Maar het zijn altijd dezelfde twee tonen, zodat het toch weer zeer eentonig wordt. De eentonige tweetonige: het leven zit vol paradoxen en tegenstellingen.
Ik ben benieuwd geworden naar de echte naam van deze rare vogel. Wellicht is het niet zo’n hele rare, want ik heb maar een kleine stadstuin. Daar verwacht je geen kraagparadijsvogel, gierparelhoen, blauwvoetgent of Andescondor. Een roodborstje is al een revelatie. Veel weet ik niet over roodborstjes, maar wel dat het eigenlijk klootzakjes zijn. Ze gedragen zich agressief tegen soortgenoten en verdedigen ’s zomers en ’s winters fel hun territorium. Waren vogels mensen, je kon je hun kiesgedrag voorstellen.
Maar vogels gaan niet naar de stembus. Ze hebben geen hypotheek en trouwen niet met gemeenschap van goederen. Ze leiden hun vogelleven en dat is heel anders dan het leven van mensen. Intenser wellicht, en opwindender. Toch is de vetbol van bij Action waar pimpelmezen voor vechten nu ook weer niet het toppunt van spanning.
In zijn korte essay Some Thoughts on the Common Toad outte George Orwell zich als bewonderaar van vogels en padden. Het is toepasselijk in deze tijd van het jaar: ‘Zelfs in de naargeestigste straat is wel aan een of ander teken te merken dat het lente is geworden, al is het blauw tussen de schoorstenen maar iets helderder (...) Het is opmerkelijk hoe de natuur als het ware onofficieel blijft voortleven in het hart van Londen. Ik heb een torenvalk zien vliegen boven de Deptford-gasfabriek en ik heb een merel een eersterangs recital horen geven in Euston Road. Er moeten enige honderdduizenden, zo niet miljoenen vogels leven binnen die straal van zes kilometer, en het is een plezierige gedachte dat geen van alle ook maar een penny huur betaalt.’
Ik vraag me af wat Orwell van TjilpOMatic zou hebben gevonden. De lay-out van de app is simpel: een blauwe lucht met twee wolken boven een landschap waarin een beekje kabbelt. Links verrijzen bergen en rechts wolkenkrabbers. In het midden een grote rode knop met de boodschap: ‘Tikken om op te nemen’. Laat ze maar komen: de glanskop, de dodaars en de graspieper. Mijn app heeft zelfs een raadselachtige ‘vogelvriendelijke modus’. Je kunt hem in natuurreservaten gebruiken zonder vogels te verschuwen.
Bij een eerste experiment blijkt een opgenomen fluiter een koolmees, een buizerd of een bosuil. Er is iets teleurstellends aan de mogelijkheid van meerdere vogels. Ik acht de kans klein op een bosuil of buizerd, tussen de kwinkelerende studenten die in mijn stadsdeel hun biotoop hebben.
Het is nu wachten op de eentonige tweetonige. Heb ik mijn weg gevonden in het vogelrijk, dan hoop ik nog de raadsels te ontsluieren van paddenstoelen, insecten, loofbomen, zuurdesembroden, persoonlijkheidsstoornissen en de belangrijkste wolkensoorten die aan de hemel voorkomen.