Gezondheid
Kan een medicijn ook positieve bijwerkingen hebben?
Maagzuurremmers kunnen hoofdpijn veroorzaken, pijnstillers leiden soms tot maagklachten en een chemokuur brengt haaruitval teweeg. Kijk op de bijsluiter van een medicijn en je schrikt van de bijwerkingen. Zijn die neveneffecten eigenlijk altijd ongewenst of kan een geneesmiddel ook een positieve bijwerking hebben?
Het ideale scenario is dat een medicijn in het lichaam alleen dat doet waarvoor het is bedoeld, zegt Paul Smits, hoogleraar farmacologie aan het Radboud universitair medisch centrum in Nijmegen. Maar in werkelijkheid heeft een middel invloed op veel meer dan alleen het ziekteproces. Daardoor heeft bijna elk geneesmiddel vervelende neveneffecten, zegt hij.
Maar er zijn uitzonderingen. Het bekendste voorbeeld is sildenafil, een stof die werd onderzocht omdat ze pijn op de borst kon tegengaan, maar bij de mannelijke proefpersonen erecties bleek op te wekken. Sildenafil haalde het niet als hartmedicijn, maar als viagra is het nog altijd succesvol.
Langere wimpers
In de categorie minder spectaculaire cadeautjes: latanoprost, een middel tegen de oogziekte glaucoom, geeft sommige patiënten langere wimpers en dikkere wenkbrauwen. En van valproïnezuur, een middel tegen onder meer migraine, kun je krullen in je haar krijgen. Dat betekent nog niet dat je geneesmiddelen moet gaan gebruiken om een permanentje uit te sparen of langere wimpers te krijgen, waarschuwt Agnes Kant, directeur van het Nederlandse bijwerkingencentrum Lareb. Want het gaat om zware medicijnen die ook negatieve bijwerkingen hebben. Zo kan valproïnezuur darmklachten veroorzaken en, jawel, haaruitval.
Het komt maar weinig voor, zegt Smits, dat een positief neveneffect van een geneesmiddel zo duidelijk is dat het ook bij een andere aandoening wordt gebruikt, laat staan dat het ervoor wordt geregistreerd. Aspirine is een van de voorbeelden: de pijnstiller is ook een bloedverdunner. Salbutamol, een medicijn tegen de longaandoening COPD, blijkt ook het kaliumgehalte in het bloed te verlagen en daarom wordt het ook gegeven aan patiënten met een te hoog kaliumgehalte. Verder werkt de bètablokker propranolol tegen bloedvatgezwellen.
Toevalstreffers
Bij Lareb komen soms ook meldingen binnen over positieve bijwerkingen, zegt Kant. Dat zijn vaak toevalstreffers. Zo merkte een patiënt die lithium slikte tegen een bipolaire stoornis dat ook de klachten van zijn koortslip verminderden. Nog fraaier is het voorbeeld van de patiënt met hooikoorts die wilde stoppen met roken en daarbij het medicijn champix gebruikte. Daardoor kreeg hij maagklachten waarvoor hij weer ranitidine slikte. Gevolg: zijn hooikoortsklachten verminderden. Toen hij stopte met de maagzuurremmer kwam de hooikoorts terug.
Kant hoopt dat patiënten ook de positieve neveneffecten bij Lareb blijven melden omdat anderen daar baat bij kunnen hebben. Smits vertelt over de bloeddrukverlager diazoxide, die haargroei bleek te bevorderen. Vervelend voor de vrouwen die het gebruikten, zegt hij, maar goed dat er meldingen over kwamen. De werkzame stof zit nu in haargroeimiddelen.