Albumrecensie
Gaika’s mix van dancehall, horrorsoundtracks en r&b zou zomaar wat in werking kunnen zetten
Een douche op de oren. De Londenaar Gaika spot met de genres en graait onbeschaamd uit de rijke zwarte en vooral ook Britse muziekcultuur, om er eigenhandig een verfrissend nieuw geluid mee te creëren.
Zijn eerste volwassen album Basic Volume, op het gerenommeerde elektronicalabel Warp, is een toppertje van vernieuwende dance en elektronische pop, en zou zomaar wat in werking kunnen zetten.
Gaika Tavares, zo heet hij voluit, groeide op in de Londense wijk Brixton, de plek waar eind jaren 70 reggae en punk op elkaar klapten om daarna wonderlijk harmonieus samen op te trekken. Die cultuurgeschiedenis moet Gaika hebben geïnspireerd tot zijn eigen stijlenmix. Hij draait sinistere Londense dubstep- en hiphopbeats onder zijn eigen, subtiel vervormde vocalen, en verwijst zowel in stijl als teksten steeds terug naar de muziekcultuur van Jamaica: de dancehall en de reggae. Maar in tracks als Hackers & Jackers en 36 Oaths hoor je ook de door drugs en wanhoop gevoede Amerikaanse emo-rap. Toe maar.
Overdreven gekunsteld klinkt Gaika toch niet. In persoonlijke nummers als Immigrant Sons en Seven Churches for St Jude vertelt hij over emigratie, zijn angsten en zijn plek in de wereld, bij gure drumcomputers en toch ook gelikte synthesizers. Al met al zijn het best toegankelijke dancetracks, die echt nieuwe perspectieven bieden. In Crown & Key en Born Thieves gooit Gaika dan weer dancehall, dubstep, horrorsoundtracks en r&b in de mix, en het kan niet anders of die nummers worden de komende maanden dikke dansvloerhits in de beter verduisterde clubs.
Basic Volume is nu uit bij Warp/V2.