Kunstenaarsstatuut wordt hervormd

De federale regering heeft een akkoord over de hervorming van het kunstenaarsstatuut. De regering voert een ‘kunstwerkattest’ in, dat niet enkel geldt voor kunstenaars, maar ook voor mensen in technische en ondersteunende activiteiten in de kunstensector. Dat melden de betrokken ministers Frank Vandenbroucke (Vooruit), Pierre-Yves Dermagne (PS) en David Clarinval (MR).

Het kunstwerkattest biedt gedurende vijf jaar volledige sociale bescherming, “zoals geldt voor elke werknemer in dit land: automatisch, eenvoudig, en zonder administratieve romplomp achteraf”. Het wordt toegekend door een commissie waarin onder meer de sector, de vakbonden en de overheid zijn vertegenwoordigd. Om aan de voorwaarden te voldoen, worden voortaan ook de periodes meegerekend waarin de kunstenaars onzichtbaar werk leveren, bijvoorbeeld tijdens hun voorbereiding van een voorstelling.

Kunstwerkers kunnen voortaan aanspraak maken op een bedrag van ten minste 1.507,54 euro (voor samenwonenden en alleenstaanden) en 1.652,82 euro (voor gezinshoofden). Voor starters komt er een tijdelijk attest, dat hen drie jaar de kans geeft om aan de voorwaarden voor een definitief attest te voldoen. Deze regeling is eenmalig.

Ter vervanging van de Kleine Vergoedingsregeling (KVR) wordt een Amateurkunstenvergoeding (AKV) ingevoerd. Die vergoeding blijft flexibel, maar spitst de voorwaarden toe op de artistieke amateurpraktijk, om zo misbruik in het professionele circuit sterk terug te dringen.

Vrijdag komen de teksten op de agenda van de ministerraad.