RecensieBoeken
Toen Sarah Neutkens ‘Een blote man beminnen’ af had, viel ze flauw bij de dokter ★★★★☆
De Nederlandse Sarah Neutkens tekent met Een blote man beminnen wellicht voor de meest onorthodoxe debuutroman van het nog jonge jaar. Ongemerkt raak je in de ban van haar wilde, broeierige talent.
Soms zoemt een boek rond, zo kort voor verschijnen, en groeit er bijna uit het niets een soort buzz. Dat is het geval met Een blote man beminnen, een dunne roman met op het voorplat een afbeelding van Rodins naakte Honoré de Balzac.
Sarah Neutkens, zo heet de amper 23-jarige schrijfster. Toch heeft de uit Eindhoven afkomstige debutante al diverse adelbrieven op haar naam. Afgestudeerd als kunsthistorica is ze actief als beeldend kunstenaar en fotomodel. Ze componeert hedendaags klassiek én is muziekprogrammamaker. “De radio in mijn hoofd staat steevast aan”, meldt ze.
In Een blote man beminnen lijkt Neutkens poëzie en proza te willen verenigen. Ze schreef haar boek in een roes van drie maanden. Waarna ze flauwviel bij de dokter. Neutkens had zichzelf compleet uitgeput, met een burn-out tot gevolg. Dit is een glibberige en intuïtieve roman, waarin lichamelijkheid, liefde, geloof en Maria-rituelen een onwaarschijnlijk verbond aangaan.
Neutkens toont zich niet vies van experiment, maar grijpt je genadeloos bij het nekvel. “Ik heb gewoon geschreven wat ik in me voelde opkomen, tot frustratie van mijn redacteur, die vond dat ik ergens de grond diende te raken. (…) Mijn boek heeft de vorm gekregen waar het om vroeg”, vertelde ze in Knack Focus.
Die spontane vorm is grillig maar tegelijk strak: getijdengebeden uit kloosters zoals metten, lauden, priem, terts, sext of vesper ritmeren deze soms allegorische roman. Toch worden wetten van ruimte en tijd regelmatig getart.
Het vrouwelijke ik-personage is op 8 september ter aarde gekomen, ‘een kleine oerknal, een razende komeet’, ‘een kind met een groot gewicht’. Een datum die zowel naar Neutkens’ eigen geboortedag als naar die van de maagd Maria verwijst. Al vroeg is er dat talen naar die volumineuze, blote man, aan wiens ‘nonchalante’ aantrekkingskracht moeilijk valt te tornen. Een man ‘die zich in het diepste van haar wezen heeft genesteld als een goedaardige parasiet’.
Hij doet haar een schrijfmachine cadeau, ‘een moordwapen’. De hang naar vervulling door deze ‘satyr zonder bokkenpoten’ is groot. De erotiek is wellustig, de overgave radicaal: ‘Op mijn knieën zittend voor jou, likte ik je schoon, gelijk een hond zijn baasje liefheeft. Ik likte je voeten, je kuiten, je ballen, je buik. Ik beet in je bil, liet mijn afdruk achter.’ Maar als ze ‘hoopvol’ wordt over de toekomst, gaat het mis. Blijft ze ‘de voyeur van haar eigen herinnering’?
Neutkens schrijft zinnen die vloeien en dansen. Heel ritmisch, ongrijpbaar soms, dan weer concies én trefzeker. Ze tuigt haar roman op met symboliek, met ‘annunciaties’ én met exclamaties. Er zijn dode dieren, bloed, vuur en aardsheid. Neutkens rakelt veel op: eenzaamheid, verlangen, verlies en overgave. Voortdurend peuter je fraaie zinnetjes naar boven: ‘Laat mijn liefde geen economie zijn van schaarste’.
Een blote man beminnen filosofeert over het subtiele verschil tussen ‘hebben’ en ‘houden’. Is ‘houden’ niet veiliger? “Houden kun je in je hoofd doen. Een herinnering kun je altijd houden. Een geliefde kun je op die manier altijd bij je houden, of hij nu wil of niet”, zei ze daarover in Het Parool. Zeker is dat Een blote man beminnen je leescomfort door elkaar schudt. En je uiteindelijk verlokt met zijn compromisloosheid.